DNS-records zijn instructies die worden gemaakt door DNS-servers en worden opgeslagen in een zogeheten zonebestand op die servers. Deze records bevatten belangrijke en relevante gegevens over domeinen en hostnamen. Aan de hand daarvan kunnen DNS-servers aanvragen naar de juiste plaats sturen.
Soorten DNS-records
A-record (Address)
Een A-record wordt meestal gebruikt om een zogeheten fully qualified domain name (FQDN) te koppelen aan een IPv4-adres en om domeinnamen om te zetten naar IP-adressen.
AAAA-record (Quad A)
Net als een A-record koppelt een AAAA-record een FQDN aan een IPv6-adres (IPv6-adressen worden indien beschikbaar gebruikt door smartphones).
CNAME-record (Canonical Name)
Een CNAME-record wordt gebruikt in plaats van een A-record als een domein of subdomein een alias is van een ander domein. CNAME-records verwijzen altijd naar een domein in plaats van een IP-adres.
Wanneer een subdomein een alias is van een ander domein, wordt deze record gebruikt in plaats van een A-record. CNAME-records verwijzen altijd naar een domein in plaats van een IP-adres. Dit type record is met name geschikt voor IP-adressen die van tijd tot tijd wijzigen, omdat gebruikers hun bladwijzers niet aan hoeven te passen.
ANAME-record
Met een ANAME-record kunt u de root van uw domein naar een hostnaam of FQDN laten verwijzen.
SOA-record (Start of Authority)
SOA-records bevatten informatie over domeinen. Ze leiden de propagatie van DNS-zones naar secundaire naamservers.
NS-record (Name Server)
In NS-records wordt aangegeven welke naamservers gezaghebbend zijn voor een domein of subdomeinen. Opmerking: NS-records mogen niet naar een CNAME verwijzen.
MX-record (Mail eXchange)
In MX-records staat vermeld bij welke mailserver de e-mail voor een domein moet worden afgeleverd. Opmerking: MX-records mogen alleen verwijzen naar de naam van een mailserver, niet naar een IP-adres.
TXT-record (Text)
Met behulp van TXT-records kunnen beheerders beknopte notities toevoegen die voor zowel mensen als machines leesbaar zijn. Deze notities kunnen worden gebruikt voor e-mailvalidatie, verificatie van websites en eigenaars, overkoepelende beleidsregels, enzovoort. Deze records hoeven geen specifieke opmaak te bevatten.
SRV-record (Service)
Met SRV-records kunnen services zoals tekstberichten en VoIP naar specifieke hosts en poorten worden geleid.
PTR-record (Pointer)
PTR-records worden gebruikt bij reverse DNS-lookups. A- en AAAA-records koppelen FQDN's aan IP-adressen; PTR-records doen het omgekeerde en koppelen IP-adressen aan domeinnamen. Voor deze records is domeinautoriteit vereist en ze kunnen zich niet in dezelfde zone bevinden als andere typen DNS-records. Reverse zones zijn de ideale locatie voor PTR-records.
SPF-record (Sender Policy Framework)
Met SPF-records worden spam en e-mailvervalsing voorkomen. Opmerking: Dit type record is inmiddels vervangen door records van het type TXT en wordt niet meer door alle providers ondersteund.