ÃÛÌÒTV

FAQ Hero
DNS

Wat is TTL?

Wat doet TTL?

Wanneer u een domeinnaam in uw browser typt, vraagt u in feite de lokale naamserver om het IP-adres van het domein.

Bij de afhandeling ervan blijft de informatie van de aanvragen bewaard in de cache van de naamserver, zodat die sneller resultaten kan leveren. Wanneer deze informatie zich niet de cache bevindt, moet de resolver een aantal extra stappen doorlopen om de gezaghebbende naamserver om het domein te vragen.

Die informatie wordt opgeslagen op de naamserver die de aanvraag heeft gedaan, ongeacht of het antwoord afkomstig is uit de cache of van de gezaghebbende naamserver. Dit zorgt ervoor dat een aanvraag de volgende keer veel sneller kan worden afgehandeld.

Hoe werkt TTL?

TTL wordt gemeten in seconden, dus niet in minuten of uren. Als u bijvoorbeeld een TTL van 30 minuten instelt, rekent u dat om naar dezelfde duur in seconden, in dit geval 1800.

Als de TTL kort is, moet de client vaker aanvragen indienen bij naamservers, waardoor de hoeveelheid verkeer voor uw domeinnaam toeneemt. Maar als de TTL lang is, kan dat downtime veroorzaken als u snel van IP-adres moet wisselen.

Houd er bij het instellen van TTL rekening mee dat u die altijd kunt aanpassen. Als u van plan bent uw IP-adres te veranderen, kunt u een paar uur van tevoren een korte TTL instellen om downtime na de wijziging te voorkomen. Na het wijzigen van uw IP-adres kunt u dan weer een langere TTL instellen.

Wat is een goede TTL?

Welke TTL geschikt is, hangt af van het recordtype.

A-records met failover

Een TTL van 180 of lager wordt aanbevolen voor A-records met failover. Omdat het IP-adres van de record wijzigt tijdens uitval van het primaire IP-adres, voorkomt een korte TTL dat er verkeer naar het uitgevallen IP-adres wordt geleid.

A-records zonder failover

Een TTL van 1800 tot 3600 wordt aanbevolen voor A-records zonder failover. Deze records worden zeer vaak opgevraagd en een langere TTL voorkomt dat er grote aantallen aanvragen worden gedaan. Een maximumwaarde van 3600 zorgt ervoor dat wijzigingen in de record binnen een redelijke termijn worden doorgevoerd.

A-records voor vanity-naamservers

Een TTL van 86400 wordt aanbevolen voor A-records voor vanity-naamservers omdat ondanks dat de record niet wijzigt, die wel wordt opgevraagd wanneer er een nieuwe aanvraag wordt gedaan voor de domeinen met die vanity-naamservers.

CNAME/ANAME/MX/HTTP-omleidingsrecords

Een TTL van 1800 tot 3600 wordt aanbevolen voor CNAME/ANAME/MX/HTTP-omleidingsrecords, en de voorkeur gaat uit naar een hogere waarde. Omdat deze records verwijzen naar andere records die de wijzigingen zullen aanbrengen, zijn wijzigingen in deze records zeldzaam. Maar omdat deze records vrij regelmatig worden opgevraagd, zorgt een langere TTL voor een lager aantal aanvragen.

TXT (SPF)/DMARC/DKIM/CAA-records

Een TTL van 1800 tot 3600 wordt aanbevolen voor TXT (SPF)/DMARC/DKIM/CAA-records. Als u niet vaak wijzigingen nodig hebt, kunt u het beste kiezen voor een lagere TTL; die is afdoende omdat deze records voornamelijk worden gebruikt voor statische verificaties.

NS-records

Een TTL van 86400 wordt aanbevolen voor naamserver-records vanwege het hoge aantal aanvragen en het lage aantal wijzingen. Deze records worden elke keer opgevraagd wanneer een record wordt opgevraagd voor het domein, dus een langere TTL zorgt voor een lager aantal aanvragen.

PTR-records

Een TTL van 1800 tot 3600 wordt aanbevolen voor pointer-records, omdat deze records vrij regelmatig kunnen worden gewijzigd, afhankelijk van hoe ze worden gebruikt. Als u ze niet vaak gaat wijzigen, is een langere TTL aan te raden.